Er wordt in Nederland al honderden jaren kaas gemaakt. In het voorjaar hadden de koeien een hoge melkproductie. Men ging de verse zomermelk verwerken tot kaas, zodat ook in de winter een vers en voedzaam levensmiddel beschikbaar was.
Boerenkaas is een rauwmelkse kaas die gemaakt wordt van de melk van dieren die binnen een straal van vijf kilometer van de kaasmakerij gehouden worden. Door rijping van de gemaakte kaas ontstaan verschillende smaken; de bekende jonge, belegen, oude en zelfs overjarige kaas. Bij boerenkaas kan de melk afkomstig zijn van koeien, geiten of schapen. De smaak van boerenkaas is bijzonder,
Door het gebruik van rauwe melk ontstaan regionale verschillen die geproefd kunnen worden. Ook de verschillende rantsoenen van de dieren, en verschillende rassen en seizoensverschillen zijn terug te proeven in de kaas.
Een touw wordt gemaakt door dunne draden te vlechten of door vezels of strengen om elkaar heen te draaien; dit heet slaan. Touwen worden vervaardigt door een touwslager (of zeeldraaier) in een touwslagerij. Vroeger bestonden touwen vooral uit natuurlijke vezels , zoals hennep en vlas. Eeuwen lang werd touw op de zelfde manier met de hand gemaakt door vezels met torsie in elkaar te draaien. Typerend voor de touwslagerij zijn de lange lijnbanen waar de strengen touw gedraaid werden. De lengte van de lijnbaan bepaalde grotendeels de lengte van het touw dat hier geproduceerd kon worden.
In de 19e eeuw werd de handmatige touwslagerij sterk beconcurreerd door de mechanische touwslagerijen. Het ambacht verdween grotendeels tegen het einde van de 19eeeuw. Het werd echter door liefhebbers, die de oude techniek nog beheersten , levend gehouden.
Het vlechten is een ambacht waarbij de vlechter met weinig gereedschap en zijn beide handen vlechtwerk doet ontstaan volgens eeuwenoude technieken. Meestal worden gebruiksvoorwerpen gemaakt en nuttige producten zoals manden. Daarnaast worden ook luxe producten en kunstwerken gemaakt.
Vlechten gebeurd met wilgentenen, biezen, stro, grassoorten en andere flexibele twijgen. Er zijn diverse vlecht-technieken, soms aangepast aan het materiaal. Het ambacht omvat ook het kweken van wilgentenen en de bewerking daarvan; het drogen, weken en eventueel kloven en schaven.
De techniek van het vlechten moet zeer oud zijn. In de negentiende eeuw was het thuis vlechten zelfs een belangrijke huisindustrie geworden. Daarna verdween de beroepsvlechter vrijwel geheel van het toneel. Liefhebbers van het oude ambacht houden het op creatieve wijze levend. Gelukkig is er de laatste jaren ook veel aandacht voor het duurzame karakter van dit ambacht.
Van oudsher werden klompen gemaakt door boeren en vissers zij hadden daar in de wintermaanden veel tijd voor. Het was een echt mannenberoep.
De oudste klompen die in Nederland zijn gevonden, stammen uit de 11e eeuw. In de loop de jaren liep het dragen van klompen terug en nam het aantal klompenmakers af. De klompenmakers van nu oefenen een zeldzaam ambacht uit. Dat gelukkig in een tijd waarin duurzaamheid en ambachtelijkheid hoog aangeschreven staan.
De klomp wordt nog steeds met de hand gemaakt. Het is een ambacht dat van meester op leerling wordt doorgegeven. Klompen worden van vers en dus vochtig hout gemaakt. Ze moeten na vervaardiging voldoende drogen. Dan worden ze eventueel versierd met snijwerk of ze worden beschilderd. Er zijn speciale klompen voor speciale gelegenheden, zoals bruidsklompen, en voor beroepen, zoals vissersklompen.
Afbeeldingen door: vtv sallandia, Salland centraal, en Immaterieel erfgoed